Ontstaans‐ en ontwikkelingsgeschiedenis van de streek, het dorp en de kerk.
De eerste bewoners in dit deel van Friesland vestigden zich op veenterpen zo rond 500 jaar vóór Christus. Rond 300 ná Christus rees de zeespiegel en was bewoning gedurende 400 jaar niet mogelijk. In die periode ontstond ook de Middelzee die diep het land in drong.
De Middelzee was een middeleeuwse zeearm in de provincie Friesland. Ze begon ten oosten van Bolsward, boog ten noorden van het huidige Sneek naar het noorden. Haar 'monding' lag in wat nu Het Bildt is, ten zuiden van het Borndiep tussen Ameland en Terschelling. Rond 700 ontstond weer bewoning op terpen langs de rand van de Middelzee. Het terpdorp Tersoal is één van de dorpen van de Lege Geaën (Legeaën) ten zuidoosten van de voormalige Middelzee. In 1333 is het voor het eerst dat de naam Zole (Terzool) voorkomt. Op oude kaarten wordt de naam Soel ook gebruikt. De dorpjes Poppenwier, Tersoal en Sibrandabuorren lagen vrij geïsoleerd op een oude stroomrug van de Middelzee. Alleen bereikbaar per schip of langs oude voetpaden. (Van een doorgaande weg is pas in 1866 sprake.)
De schilderachtige kern wordt gevormd door de kerk. De kerk van Tersoal is een eenvoudig kerkje en gebouwd op een terp.
Aanvankelijk zal hier wellicht een eenvoudige houten kerk hebben gestaan, niet meer dan een houten schuur. Pas vanaf de 13e eeuw werden er in Friesland en zo ook in Tersoal, stenen kerken gebouwd. In die tijd werd een dorp als volgt omschreven: “Dat is een therp, deer kyndkerstinga sint, ende lyckfellinga, eta trim after dingum”. In 1335 komt de naam “Zole” voor op een rekening van een Utrechtse wijbisschop Johannes. In Tersoal wordt dan tegelijk met ‘Zibrandaburghe’
(Sibrandabuorren) een altaar gewijd aan Sint Vitus.
Aanvankelijk zal hier wellicht een eenvoudige houten kerk hebben gestaan, niet meer dan een houten schuur. Pas vanaf de 13e eeuw werden er in Friesland en zo ook in Tersoal, stenen kerken gebouwd. In die tijd werd een dorp als volgt omschreven: “Dat is een therp, deer kyndkerstinga sint, ende lyckfellinga, eta trim after dingum”. In 1335 komt de naam “Zole” voor op een rekening van een Utrechtse wijbisschop Johannes. In Tersoal wordt dan tegelijk met ‘Zibrandaburghe’
(Sibrandabuorren) een altaar gewijd aan Sint Vitus.
De heilige Vitusis een martelaar van de rooms‐katholieke Kerk en de orthodoxe Kerk. Hij werd in de 3e eeuw na Christus geboren op het eiland Sicilië. Hij was de zoon van een heidense senator. Rond zijn zevende (volgens sommige bronnen twaalfde) jaar bekeerde hij zich tot het christendom. Zijn vader trachtte hem op allerlei manieren van dit geloof af te brengen, waarbij de jonge Vitus zelfs gemarteld werd. Daarna ging hij naar Rome, waar hij trachtte de zoon van Romeinse keizer Diocletianus te genezen die krankzinnig geworden was. Hoewel hij hierin slaagde, werd hij toch het slachtoffer van de christenvervolging en stierf hij uiteindelijk de marteldood.
Vitus is de beschermheilige van dansers, zangers en epileptici. Zijn naamdag is op 15 juni en zijn relieken worden sinds 836 bewaard in het Duitse Corvey. Hij gaf zijn naam aan de medische aandoening “Sint‐Vitusdans”. Volgens internet: …een aandoening van de basale kernen in de grote hersenen bij kinderen, met een aantal kenmerkende ziekteverschijnselen als abrupte, doelloze bewegingen van romp en ledematen. De oorzaak is een allergische reactie op een infectie met bloed afbrekende streptokokken elders in het lichaam...
Vitus is de beschermheilige van dansers, zangers en epileptici. Zijn naamdag is op 15 juni en zijn relieken worden sinds 836 bewaard in het Duitse Corvey. Hij gaf zijn naam aan de medische aandoening “Sint‐Vitusdans”. Volgens internet: …een aandoening van de basale kernen in de grote hersenen bij kinderen, met een aantal kenmerkende ziekteverschijnselen als abrupte, doelloze bewegingen van romp en ledematen. De oorzaak is een allergische reactie op een infectie met bloed afbrekende streptokokken elders in het lichaam...
In de 16e eeuw trok tijdens de strijd tussen Karel V en de Geldersen een bende door de Legeaën. Ook de Tersoalster kerk moest het ontgelden en werd geplunderd. In 1580 kwam de Reformatie en werd de Rooms‐katholieke eredienst vervangen door vieringen geleid door een protestante dominee. De beperkte omvang en het geringe aantal inwoners van Tersoal en het verleden zijn af te lezen aan de kleine zaalkerk die in 1838 de oude kerk verving. Die nieuwbouw zou onder leiding van de Sneker bouwmeester Pieter Rollema gebeurd zijn.
Dit kerkje heeft een uiterst eenvoudige uitdossing gekregen: een ongeleed schip met twee grote spitsboogvensters en een driezijdige koorsluiting met twee vensters in genoemde vorm. In vergelijking met de oude kerk is het nieuwe gebouw acht meter korter en lager. De verhouding van kerk en de Middeleeuwse toren is hierdoor wat merkwaardig geworden. In 1911 is er een grote restauratie van de kerk en toren. Er wordt een galerij (kraak) geplaatst en een doorgang daar naar toe gemaakt vanuit de toren. De muur blijkt een meter dik te zijn. Op de kraak krijgt het orgel (een ‘American organ’) een plaats. De grafsteen van Wopke Wigara is onder de kerkvloer teruggevonden. Het vloeroppervlakte van de kerk bedraagt 6.30 x 13,95 meter. Het aantal zitplaatsen in de kerk is 78 op de banken (exclusief de ambtsdragersbanken),
10 op stoelen beneden en eveneens 10 op stoelen op de kraak. De toren uit vermoedelijk de 13de eeuw is zonder enige sier, met kleine, rondbogige galmgaten aan alle zijden, opgetrokken van rode kloostermoppen. In deze ruim 20 meter hoge toren staat een houten klokkenstoel waarin de luidklok hangt.
Dit kerkje heeft een uiterst eenvoudige uitdossing gekregen: een ongeleed schip met twee grote spitsboogvensters en een driezijdige koorsluiting met twee vensters in genoemde vorm. In vergelijking met de oude kerk is het nieuwe gebouw acht meter korter en lager. De verhouding van kerk en de Middeleeuwse toren is hierdoor wat merkwaardig geworden. In 1911 is er een grote restauratie van de kerk en toren. Er wordt een galerij (kraak) geplaatst en een doorgang daar naar toe gemaakt vanuit de toren. De muur blijkt een meter dik te zijn. Op de kraak krijgt het orgel (een ‘American organ’) een plaats. De grafsteen van Wopke Wigara is onder de kerkvloer teruggevonden. Het vloeroppervlakte van de kerk bedraagt 6.30 x 13,95 meter. Het aantal zitplaatsen in de kerk is 78 op de banken (exclusief de ambtsdragersbanken),
10 op stoelen beneden en eveneens 10 op stoelen op de kraak. De toren uit vermoedelijk de 13de eeuw is zonder enige sier, met kleine, rondbogige galmgaten aan alle zijden, opgetrokken van rode kloostermoppen. In deze ruim 20 meter hoge toren staat een houten klokkenstoel waarin de luidklok hangt.
In 1644 krijgt de toren een (nieuwe?) klok. In 1810 wordt deze verkocht omdat hij was gescheurd. Er wordt een andere aangeschaft. Tijdens de oorlog, in 1943, is de klok door de Duitse bezetter weggehaald. Een spoorrail (die er nog steeds hangt) fungeerde als alternatief. Pas in 1949 is een andere klok in de toren geplaatst. Hierop staat een herinneringsgedicht. Het oorspronkelijke houten tuimelgedeelte is in dat jaar ook vervangen en ligt nog op de derde verdieping. De klokkenstoel staat op de tweede verdieping en gaat door de volgende vloer heen. Het mechanisch torenuurwerk is van Vellema, Blija (eerste kwart 20e eeuw) en later voorzien van elektrische opwinding. De kerk ligt mooi hoog op een terp met rondom een ruim kerkhof omzoomd door een beukenhaag en lindebomen. Kerk en toren zijn een prachtig historisch monument, een markant onderdeel van de boeiende ontwikkeling van de bewoning in deze streek. Een monument om voor de toekomst te bewaren.
In 2015 wordt de kerk gerestaureerd. Een verzakking wordt verholpen met het slaan van een aantal palen, verrotte vloerdelen in de toren worden verholpen en daken en goten worden hersteld. De oude wijzerplaat wordt opnieuw vernist en verguld evenals de haan en de vaan. De vaan is bijzonder, want hij blijkt afkomstig te zijn van één van de toegangspoorten van Leeuwarden die verkregen is rond de tijd dat de poort afgebroken werd en de Tersoalster kerk gebouwd werd. In 2016 is de kerk overgedragen aan de Stichting Vituskerk Tersoal. De kerk en het kerkhof is vanaf dan van en voor de inwoners van Tersoal en niet meer van een kerkelijke organisatie. Met man en macht worden de handen uit de mouwen gestoken om de kerk ook vanbinnen een nieuw uiterlijk te geven, een aantal milieumaatregelen te nemen en apparatuur te installeren. Het is een stemmige en rustige ruimte geworden met vele mogelijkheden. Intussen hebben er weer kerkdiensten plaats gevonden.
We binne d’r tige grutsk op.
We binne d’r tige grutsk op.
Stichting Vituskerk Tersoal
Postadres:
Durk Dijkstrastrjitte 10 9014 CC Tersoal Tel: 0515 521107 Bezoekadres: Koumelkerspaed 1 9014 CB Tersoal Email: [email protected] Kamer van Koophandel: 62535358 Rek.nr: NL92RABO 0301898774 (t.n.v. Vituskerk Tersoal) ANBI geregistreerd RSIN, fiscaal nummer: 8548.56.511 |
Doelstelling
Het doel van de stichting is om kerk en kerkhof te behouden als cultureel erfgoed van het dorp Tersoal. Hoofdlijnen van het beleidsplan Restaureren, verwerven, opknappen en beheren van kerk en kerkhof. Zodanig exploiteren, dat de kosten voor behoud opgebracht worden. Stichtingsbestuur Voorzitter Thora Justesen Penningmeester Wim te Groen Secretaris Aaltsje-Jitske Wierstra Het bestuur functioneert onbezoldigd. Er is geen personeel. |
Jaarverslagen
|
|
Financiële verslagen
|
|